logo Taalvlinder

Medisch-technische en farmaceutische termen

verzameld door Josefien Bruijn


a  b  c  e  f  g  h  k  l  m  n  o  p  q  s  t  v  w  x  y  z
G
gallbladder galblaas
ganglia (L) mv. van ganglion
ganglion ganglion/zenuwknoop; ganglion/peesknoop (mv: gangliën)
ganglioplexus ganglianetwerk
gaster (ventriculus) maag
gastric mucosa maagslijmvlies
gastrocnemius (muscle) (mv: gastrocnemii) gastrocnemius/(dikke) kuitspier
gastrocolic omentum het grote net
gastroenteric tract maag-darmstelsel/maag-darmkanaal
gastrointestinal tract maag-darmstelsel/maag-darmkanaal
gena gena/wang
generative organs geslachtsorganen
genital area schaamstreek
genital body zone genitale lichaamszone
genital opening geslachtsopening
genital organ(s) geslachtsorgaan/geslachtsdelen/geslachtsorganen
genital pore geslachtsopening
genitalia genitaliën/geslachtsdelen/geslachtsorganen
genitals geslachtsorganen
genu knie
giant fibre reuzenaxon
gingiva tandvlees
gingival crevice subgingivale ruimte
gingival line tandzoom
ginglymus scharniergewricht
girdle gordel
glabella voorhoofdsvlak (ruimte tussen de wenkbrauwen)
gland klier
glandula klier
glandula lacrimalis traanklier
glandula parotidea oorspeekselklier
glandulae salivariae speekselklieren
glandula sebacea talgklier
glandula sublinguinalis ondertongspeekselklier
glandula submandibularis onderkaakspeekselklier
glandula sudoripara zweetklier
glandula suprarenalis bijnier
glandula thyreoid(e)a schildklier
glandula parathyroidea bijschildklier
glandular epithelium klierepitheel
glandular tissue klierweefsel
glandular tubule klierbuisje
glandula vestibularis major de klier van Bartholin
glans (penis) (mv: glandes) glans (eikel van penis/clitoris)
glenohumeral jont schoudergewricht
glenoid cavity/fossa glenoïde holte
gliding joint kogelgewricht (vlak gewricht)
globe (of the eye) oogbol/oogbal
glomerule/glomerulus glomerulus/wondernet/haarvatenstelsel/haarvatennet; weefselkluwen; kluwenvormig einde van een kluwenklier; nierlichaampje
glossa tong
glossopharyngeal nerve tong-keel(holte)zenuw/hersenzenuw IX
glottal aperture stemspleet
glottis stemspleet/glottis/luchtpijpopening
gluteal fold/furrow bilplooi
gluteal muscle bilspier/gluteus
gluteal nerve bilzenuw
gluteal region achterwerk/zitvlak
gluteus (muscle) (mv: glutei) bilspier/gluteus
gluteus maximus/medius/minimus grote/middelste/kleinste bilspier
Golgi organ Golgi-apparaat
gonad(s) gonade(n)/geslachtsklier(en) (ovarium of testis)
gonoduct gonoduct (afvoergang van geslachtsklier)
Graafian follicle/vesicle graafse follikel/folliculi ovarici vesiculori
gracile/gracilis (muscle) slanke dijspier
gray zie grey matter
grease gland talgklier
great adductor grote adductor
greater alar cartilage neuspuntkraakbeen
greater lip grote schaamlip/labium majus
greater omentum het grote net
greater pectoral(is) (muscle) grote borstspier
greater teres de grote ronde spier
great gluteal muscle grote bilspier
great omentum het grote net
great toe grote teen/hallux
gressorial muscles loopspieren
grey matter/substance grijze stof/substantia grisea
grinder kies
grinding teeth maaltanden
group of muscles spiergroep
growth plate groeischijf/epifysairschijf
gubernaculum bindweefselstreng
gullet slokdarm/keel(gat)/strot
gum(s) tandvlees
gum line tandzoom
gum pocket tandvleespocket
gustatory bud smaakknop
gustatory nerve smaakzenuw
gustatory organ smaakorgaan
gut abdomen/buik
gut wall darmwand
gyrus plooi, i.h.b. (hersen)winding
H
hair (hoofd)haar; haar
hair bulb haarwortel
hair follicle haarfollikel/haarzakje
hair papilla haarpapil
hair root haarwortel
hair shaft haarschacht
hallux grote teen
ham dij/bil; knieboog/knieholte (vero.)
hamate (bone) haakbeentje/os hamatum
hammer hamer/malleus (middenoor)
hams achterste
hamstring (muscle) kniepees/hamstring; hakpees/achillespees
hand hand
hard palate het harde gehemelte
haunch bone darmbeen/os ilium
Haversian canals kanalen van Havers
head hoofd; kop (b.v. head of femur, femurkop)
head of (the) femur femurkop
head of pancreas pancreaskop
hearing gehoor
hearing nerve(s) gehoorzenuw(en)
hearing organ gehoororgaan
hearing pathway gehoorgang
heart hart(spier)
heart chamber hartkamer
heart line hartlijn (in handpalm)
heart muscle hartspier
heart sac pericard/hartzakje
heart tissue hartweefsel
heart tube hartbuis
heart valve hartklep
hederiform terminations schijfvormige sensorische eindorganen in de huid
heel hiel
heel bone hielbeen
helix (of the ear) helix/buitenrand (oorschelp)
hemiazygous vein linkerazygos
hemidiaphragm diafragmahelft
hemisphere hersenhelft (van de grote hersenen)
Henle zie loop of Henle
hepar lever
hepatic artery leverslagader
hepatic duct galafvoergang van de lever
hepatic portal system hepatisch portale circulatie
hepatic vein leverader
hepatopancreatic ampulla zie Vater's ampulla
hepatorenal recess/space/pouch subhepatische ruimte
hiatus spleet/opening
hilus poort/ingang
hilus of lung longpoort
hindbrain achterhersenen
hind-gut einddarm
hinge(d) joint scharniergewricht/ginglymus
hip heup
hip bone heupbeen
hip girdle bekkengordel
hip joint heupgewricht
hippocampus(mv: hippocampi) hippocampus (in hersenkamer)
hippocampus major grote hippocampus
hippocampus minor kleine hippocampus
hirci okselhaar
hollow bone beenpijp
hollow of the ham knieholte
hollow of the throat halskuiltje
homonymous arc homonieme reflexboog
hood voorhuid (bij man en vrouw)
hook bone heupbeen
horny layer hoornlaag
horse's tail paardenstaart/cauda equina
humeral articulation schoudergewricht
humeral ligament schouderband
humeral shaft humerusschacht
humeroradial joint articulatio humeroradialis/gewricht tussen humerus en radius
humerus (bone) opperarmbeen/humerus
hyaline membranes hyaliene mebranen
hyaloid membrane glasachtig vlies (van oog)
hymen hymen/maagdenvlies
hymenal membrane hymen/maagdenvlies
hyoid (bone) tongbeen/hyoideum
hyomandibular hyomandibulare
hypochondrium bovenbuik
hypogastric/hypogastrium onderbuik/hypogastrium
hypoglossal nerve ondertongzenuw/hersenzenuw XII
hypoglottis onderkant van de tong
hypopharyngeal gland hypofarynxklier
hypopharynx hypofarynx
hypophysis (cerebri) hypofyse/pijnappelklier (endocriene klier aan onderkant van hersenen)
hypothalamus hypothalamus (onderdeel van tussenhersenen)
hypothenar pinkmuis/muis van de pink
I
ICS (intercostal space) intercostaalruimte
iliac crest bekkenkam/crista iliaca
ileum idem/kronkeldarm (niet te verwarren met ilium)
ilicus zie iliacus
iliohypogastric nerve lendenbuikzenuw
ilioinguinal nerve lendenlieszenuw
iliotibial band iliotibiale band
ilium darmbeen/os ilium (niet te verwarren met ileum)
incisive teeth snijtanden
incisor (tooth) snijtand/incisivus
incudostapedial joint aambeeldstijgbeugelgewricht
incus aambeeld(sbeentje)/incus
index finger wijsvinger
inferior angle (of the scapula) onderste hoekpunt van de scapula
inferior maxilla/maxillary bone onderkaak(been)
inferior mesenteric artery onderste ingewandsslagader
inferior nasal concha onderste neusschelp
inferior parietal lobe onderste wand(been)kwab/pariëtaalkwab
inferior vena cava onderste holle ader
infero-temportal cortex infero-temporale cortex
infraspinatus (muscle) onderdoornspier
infundibulum of Fallopian tube trechtervormige opening van de eileider
inguinal canal lieskanaal
inguinal region liesstreek
inhalant orifice instroomopening
initial segment initieel segment (van axonheuvel)
inner bone of the forearm ellepijp/ulna
inner ear inwendig oor/binnenoor
inner malleolus scheenbeenknobbel
inner toe binnenste teen
innominate artery ongenoemde slagader
innomate bone heup(been)/coxa/os coxae
innominate vein heupader
instep wreef (van de voet)
integument integument/omhulsel/huid/vel/vlies
interatrial septum atriumseptum
interbrain tussenhersenen/diencephalon
intercalated duct schakelstuk (van een klier)
intercarpal articulation/joint handworteltussengewricht
intercostal tussenrib
intercostal muscles tussenribspieren
intercostal nerve tussenribzenuw
intercostal space intercostaalruimte
intergluteal cleft bilnaad
interior dental cavity tandholte
intermaxillary bone tussenkraakbeen
intermediate pad (middelste kussentje van) voetzool
inermediate tendon tussenpees
internal acoustic/auditory meatus inwendige gehoorgang
internal ear binnenoor/inwendig oor
internal ear canal inwendig gehoorgang
internal jugular vein inwendige halsader
internal limiting membranes membrana limitans interna (in oog)
internal organs inwendig organen
internal skeleton inwendig skelet/endoskelet
internasal septum neustussenschot
internode internodium (dun gedeelte van vinger- of teenkootje)
interoceptor interoceptor (zintuigorgaan)
interparietal bone inca-been
interstitial tissue bindweefsel/interstitieel weefsel
intertragic notch tussentragusinkeping (oor)
interventricular septum ventrikelseptum
intervertebral canal tussenwervelkanaal
intervertebral disc/disk tussenwervelschijf
intervertebral space tussenwervelruimte
intestinal caecum darmblindzak
intestinal tract darmkanaal
intestinal wall darmwand
intestine wall darmwand
intestine(s) darm(kanaal); (buik)ingewanden/darmen (alleen meervoud)
intestinum tenue dunne darm
intestinum crassum dikke darm
intima de intima (binnenste van de drie lagen van de slagaderwand)
intramural nervous system intramuraal zenuwstelsel
introitus idem (ingang van holte of ruimte)
introitus vaginae idem/introitus
intussusception darmuitstulping/intussusceptie/invaginatie
involuntary muscle gladde spier
ionic channel ionkanaal (van een membraan)
iris (mv: irides) iris/regenboogvlies (van oog)
irregular bone onregelmatig been
ischiadic nerve heupzenuw/grote beenzenuw/nervus ischiadicus
ischium zitbeen/ischium; ischium/ischiodiet
islets of Langerhans eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier)
isthmus istmus (nauwe, smalle verbinding)
isthmus of Fallopian tube uitmonding van de eileider
isthmus of fauces amandelholte
IVC (inferior vena cava) onderste holle ader